Scheepswrak met een schat van 18 miljard euro moet om deze reden de zee uit
Colombia zet koers naar de spoedige berging van het eeuwenoude scheepswrak San José, dat zich voor de kust van het schiereiland Baru, ten zuiden van Cartagena, bevindt. President Petro heeft de wens geuit dat het Spaanse galjoen nog vóór het einde van zijn ambtstermijn boven water wordt gehaald.
De president hoopt hiermee de kostbare lading van goud, juwelen, kanonnen en servies veilig te stellen. De huidige schatting plaatst de waarde van deze lading tussen de 3,5 en 18 miljard euro.
Met het verstrijken van Petro’s termijn in 2026 staat het naar boven halen van het schip hoog op de prioriteitenlijst van zijn regering, verklaarde minister Correa van Cultuur aan persbureau Bloomberg. Colombia haast zich, mede doordat een Amerikaans bergingsbedrijf beweert het wrak als eerste te hebben ontdekt en aanspraak maakt op de helft van de waardevolle lading.
Om het scheepswrak, dat in 1708 door de Britten tot zinken werd gebracht, naar de oppervlakte te brengen, heeft de president opdracht gegeven tot het oprichten van een publiek-privaat partnerschap. Mocht dit niet slagen, overweegt men om een particulier bedrijf de taak toe te vertrouwen. Het wrak rust op een diepte van ongeveer 200 meter.
Het wrak van de San José staat bekend als de heilige graal van de scheepvaartarcheologie, vanwege de immense waarde van de lading. Het fungeerde als vlaggenschip van een Spaanse vloot die in 1708 van Panama naar Cartagena voer, bestaande uit drie marine- en veertien koopvaardijschepen.
In Europa heerste oorlog, en de Britten trachtten te voorkomen dat Spaanse schepen de oceaan overstaken om met goud en zilver de Spaanse oorlogsinspanningen te bekostigen. Op 8 juni kwam het tot een confrontatie bij Barú, een schiereiland bij Cartagena. Tijdens deze strijd explodeerde de kruitkamer van de San José, waarbij slechts 11 van de 600 bemanningsleden het overleefden.
Een strijd om rechten ontvouwde zich. Colombia heeft herhaaldelijk aangegeven de wens te koesteren om een museum op te richten om de inhoud en het wrak tentoon te stellen. “Dit erfgoed behoort toe aan alle Colombianen,” verkondigde oud-president Santos in 2015.
Echter, gedurende decennia woedt er een juridisch geschil over de vindplaats en wie recht heeft op de lading. Het Amerikaanse bergingsbedrijf Sea Search Armada beweert het wrak al in het begin van de jaren ’80 te hebben gelokaliseerd en de coördinaten aan Colombia te hebben verstrekt in ruil voor de helft van de waarde van de lading.